Verspreiding en Habitat:
De poelkikker komt vooral in het Oosten en Zuiden van Nederland voor. De poelkikker is een warmteminnende soort die een voorkeur geeft aan onbeschaduwde wateren met een rijke oevervegetatie. Poelkikkers houden van voedselarm schoon stilstaand water zoals vennen en poelen in heidegebieden maar ook schone sloten in polders en uiterwaarden. De poelkikker is een aquatische soort die het grootste deel van het jaar in of rond het water doorbrengt.
Levenscyclus:
De poelkikker verblijft het hele jaar in of in de buurt van zijn voortplantingswater. De poelkikker legt haar van eind april tot juli. Het vrouwtje van de poelkikker legt 500 tot 3000 eitjes in één seizoen. De eieren worden in klompen gelegd die ook wel kikkerdril worden genoemd. Deze klompen worden vastgemaakt aan de aanwezige watervegetatie.
Beschrijving:
De poelkikker is de kleinste kikker uit het groene kikker complex en heeft daaraan ook zijn andere naam "kleine groene kikker" te danken. Poelkikkers worden maximaal 8 cm groot maar meestal maar 5 a 6 cm. De poelkikkers zijn groen tot bruin van kleur, in de paartijd kleuren sommige mannetjes echter geel rond de kop en krijgen ze een helder gouden iris.
De eieren komen na één a twee weken uit. Poelkikkers kunnen zich onder gunstige omstandigheden al na één jaar voortplanten, maar meestal duurt het 2 jaar voor ze volwassen zijn. Poelkikkers overwinteren meestal op land. In de paartijd kwaken de mannetjes in koor (schel geluid). Een poelkikker kan tot 12 jaar oud worden.