De oostafrikaanse driehoornkameleon, deze soort is inheems in Kenya en Tanzania. Kenya heeft in 1981 de uitvoer verboden, maar de ondersoort (C. j. xantholophus is nog alom verkrijgbaar in de VS, want het dier werd in de jaren zeventig uitgezet op de Hawaiï-eilanden Oahu en Maui en raakte daar goed ingeburgerd. Van uit Hawaiï zijn ook dieren naar Europa gebracht. De Tanzaniaanse ondersoort C. j. merumontana is zelden in de handel te vinden, en de ondersoort C. j. jacksonii mag helemaal niet worden uitgevoerd.
De Oostafrikaanse driehoornkameleon is goed in een buitenverblijf te houden.
Kenmerken:
De oostafrikaanse driehoornkameleon is een middelgrote soort. De mannetjes worden gemiddeld 25,4 cm lang, de hoorns niet meegerekend, en ze hebben een dikkere staartbasis. De vrouwtjes van C. j. xantolophus hebben soms geen hoorns, of deze blijven onderontwikkeld; de vrouwtjes van de beide andere ondersoorten hebben vaak maar één hoorn. De mannetjes gebruiken de hoorns als wapen; men moet ze niet hij elkaar houden, en buiten de paartijd ook niet samen met de vrouwtjes.
Een paringsbereid vrouwtje wordt effen grijsgroen. Niet-ontvankelijke vrouwtjes hebben een contrasterende tekening; ze blazen ook wel, of ze zwaaien op hun tak, en soms bijten ze — haal ze in dat geval uit de kooi van het mannetje.
Dominante jongen dreigen tegen zwakkere broertjes en zusjes vanaf een verhoogde zitplaats. Zorg voor voldoende ruimte, en dan meer in het horizontale vlak dan in de hoogte.
Voortplantingsgegevens:
De Oostafrikaanse driehoornkameleon is levendbarend.
Draagtijd 5-10 maanden. Sproei een beetje in het vivarium vlak voor de geboorte, om te snelle uitdroging van de vliezen rond de jongen te voorkomen.
Nestgrootte - tot 50 jongen, in vliezige zak.