Beschrijving
De alpensalamander wordt ongeveer 15 cm lang. Hij is egaal zwart glanzend, zelfs de buik, hij heeft geen tekeningen. De ribben van de alpensalamander zijn op de rug en flanken duidelijk zichtbaar. Hij heeft op het midden van de rug, zelfs op de bovenkant van de flanken drie rijen knobbeltjes, die hem doen denken aan een krokodil. Hij heeft een ronde staart, grote ogen en hij heeft gifklieren.
Biotoop
Hij houdt zich vooral op onder stenen, in mos en struikgewas. De alpensalamander is onafhankelijk van water.
Voedsel
De alpensalamander voedt zich voornamelijk met kleine insecten, spinnen,wormen en kleine slakken. Maar niet groter dan een centimeter want anders past de prooi niet in de bek.
Voortplanting
De Alpensalamander is zelfs niet van water afhankelijk als het om de voortplanting gaat, in tegenstelling tot vrijwel alle andere amfibieën. Hierdoor kan de salamander in relatief droge streken leven zonder oppervlaktewater wat de soort een grote voorsprong geeft op andere soorten. De salamander heeft een bijzondere manier gevonden om de behoefte aan water te omzeilen. Het wijfje brengt twee geheel ontwikkelde, levende jongen ter wereld, die in het moederlichaam tot 5 cm lang worden en nog voor de geboorte hun kieuwen verliezen. In het moederlichaam voeden de jongen zich met de dooiers van eieren die niet tot ontwikkeling komen. Hij wordt na 3-5 jaar geslachtsrijp, en bereikt een leeftijd van zo'n 12 jaar.
Herkomst
De alpensalamander bewoont vooral de Alpen en een paar bergstreken op de Balkan. Is daar te vinden op hoogten van 700-3000 m. Het habitat bestaat uit kalksteengrotten in drogere bergstreken.
Omdat amfibieën koudbloedig zijn, heeft deze salamander meestal een traag en sloom voorkomen, en zit overdag verstopt. Pas als het donker wordt komt het dier tevoorschijn om te gaan jagen want het is een nachtactieve soort.