Beschrijving
De Geelbuikvuurpad (Bombina variegata) is een kleine (tot 4,5 cm lange) pad met een plat en gedrongen lichaam uit de familie der Schijftongkikkers (Discoglossidae). De rugzijde van de Geelbuikvuurpad is grijsbruin met kleine onregelmatige donkere vlekjes, waardoor het dier in de modder niet opvalt. De soort dankt haar naam aan de opvallende buikzijde die heldergeel is met zwarte of grijze vlekken. Dit kleurpatroon zet zich voort op de keel en de onderzijde van de poten en tenen. Opvallend is daarnaast de oogpupil, die hart- of druppelvormig is. Mannetjes hebben in de voortplantingstijd bruine paringsborstels op de onderarm en de eerste twee vingers. Bij gevaar krommen de dieren de rug naar binnen en tonen zodoende de felgekleurde keel en de onderkant van de poten. Bij het oppakken scheidt de huid een zuur secreet af, dat bij mensen ogen, neus en wondjes kan irriteren. De larven hebben een onopvallende grijze of bruine kleur; het staartuiteinde is stomp. Ze bereiken een maximale lengte van 5 cm. Kenmerkend is een doorschijnend omhulsel dat hun lichaam omgeeft.
Verspreiding
De Geelbuikvuurpad heeft een Europese verspreiding en komt voor in grote delen van Midden-Europa en heeft daarnaast enkele vindplaatsen in de Apennijnen en op de Balkan; de vindplaatsen in de gebergten van Zuid-Europa betreffen waarschijnlijk ijstijdrelicten. Gewoonlijk wordt de soort aangetroffen op hoogtes van meer dan 250 meter boven zeeniveau, maar in Nederland komt dit dier lager voor, zij het uitsluitend in Zuid-Limburg; ze bereikt hier de noordgrens van het areaal. De Geelbuikvuurpad is thans een zeer zeldzame soort, die in ons land slechts op vijf geïsoleerd e plaatsen en in lage dichtheden wordt aangetroffen.
Levenswijze
De geelbuikvuurpad is een typische landbewoner die alleen in de paartijd slechts kort in het water te vinden is voor de paring en ei-afzet. De rest van het jaar wordt de bodem afgespeurd naar allerlei ongewervelden zoals insecten, slakken en diverse kleine geleedpotigen. Ondanks de landbewonende levenswijze en de gewoonte om te zonnen wordt de geelbuikvuurpad maar zelden ver uit de buurt van water aangetroffen. Als een exemplaar wordt aangevallen, laat hij de felgekleurde buikzijde zien. Vrijwel alle andere soorten kikkers en padden beschermen de kwetsbare buikzijde juist bij verstoring. Dit gedrag wordt ook wel het Unken reflex genoemd naar het Duitse woord unke, dat vuurbuikpad betekent.
Bedreiging en bescherming
Het speciale milieu dat de geelvuurbuikpad vereist wordt steeds zeldzamer. Het door landschapsverandering of verdroging verdwijnen van tijdelijke poelen dwingt de kikker om de eitjes in permanente wateren af te zetten, waar roofdieren als libellenlarven, vissen of salamanders wel raad weten met de kikkervisjes. Ook het gebruik van pesticiden in de landbouw werkt de kikker tegen; de groei van zowel de eitjes als de larven worden er negatief door beïnvloedt. Ook verstoren pesticiden de algen- en bacterieëngroei in het water; een belangrijke voedselbron van de kikkervisjes.
Omdat dit beestje zo zeldzaam is, zijn er maatregelen genomen die speciaal voor deze soort zijn. Zo blijkt het plaatsen van betonnen bakken gevuld met leem het meeste succes te bieden.