Beschrijving
De boomkikker is een kleine kikker die een lengte van 3.5 tot 5 cm kan bereikt en een vrij gedrongen lichaam heeft.
De kop van de boomkikkeris stomp, de achterpoten slank.
Vingers en tenen zijn aan de uiteinden voorzien van zuignapachtige hechtschijfjes.
De rug is glad en doorgaans grasgroen gekleurd.
Boomkikkers kunnen echter vrij snel van kleur veranderen en zijn soms geel, olijfgroen of donkerbruin. Op de buik is de huid vrij korrelig en vuilwit van kleur.
Op de flanken loopt er een donkere streep die de rug en buik scheidt.
Larven van boomkikkers zijn vrij teer en licht gekleurd.
Het lichaam is sterk gestroomlijnd en heeft een spits uitlopende staart.
Typerend zijn de hoge staartzomen.
De staartzoom op de rugzijde reikt soms tot bijna tussen de ogen.
Levenswijze
Boomkikkers leven in zonbeschenen vegetaties met veel bloeiende struiken zoals houtwallen en bosranden en in de overgangszone tussen waterpartijen en aangrenzend struikgewas.
Ook in tuinen en stadsparken komen ze wel eens voor.
Ze overwinteren tussen boomwortels, in een strooisellaag of tussen houtstapels.
Als voortplantingsplaats kiezen ze door de zon beschenen waterpartijen met een rijke onderwatervegetatie.
Verspreiding
De boomkikker is over grote delen van zijn verspreidingsgebied een bedreigde soort.
De voornaamste oorzaak van achteruitgang is het intensief landgebruik in land- en bosbouw zoals drainering en landherinrichting.
In Nederland de boomkikker erg zeldzaam en komt alleen in Limburg voor.
Vlaanderen is de boomkikker ook zeldzaam en beperkt tot enkele streken: in de randzone van duinen en polders (Zwin) van Knokke-Heist, in de alluviale vlakte van de Maas en in en nabij het vijvercomplex van Midden-Limburg.
Voedsel
De boomkikker eet insecten die ze met de uitklapbare tong bliksemsnel wegvangen van de vegetatie en zelfs in de vlucht.
tijdschaal
Winterrust: van oktober tot april.
Paring: eind april / mei.
Larven: mei tot juli
Metamorfose: juli / augustus
Levensduur: 15 à 20 jaar.
Geslachtsrijp: na drie à vier jaar.
Bijzonder kenmerken
Groen glad kikkertje met lange dunne poten die aan de tenen hechtschijfjes dragen.
Van de snuitpunt tot in de lies op de flank een donkerbruine streep.