Deze middelgrote libel komt voor in snelstromende rivieren en beken of in meren met een
Zand- of kiezelbodem. De eieren worden in ondiep water gelegd en zijn kleverig, waardoor
ze niet weg kunnen spoelen. In Nederland en België wordt de kleine tanglibel zeer zelden als zwerver aangetroffen in Zuid- Limburg, waar hij zich mogelijk zal kan vestigen langs de Roer. In heel Europa komt de kleine tanglibel verspreid voor.
Eigenschappen
Grootte:
Lengte achterlijf : 32 - 38 mm.
Uiterlijk:
Een zwart met gele libel. De laatste achterlijfsegmenten van de mannetjes zijn sterk verbreed en hebben zwarte achterlijfsaanhangsels in de vorm van een ‘tang’. Vrouwtjes hebben geen tang of verbrede segmenten.
Voedsel:
De kleine tanglibel eet kleine en iets grotere insecten.
Vergelijkbare soorten:
Andere rombouten hebben geen tang en de grote tanglibel (0. uncatus) heeft een gele tang (alleen ZW-Europa).