Beschrijving
Afmeting 40 tot 48 mm. Het mannetje van het bruin zandoogje heeft een bijna eenkleurige, bruine bovenzijde en een kleine, zwarte oogvlek met een wit puntje in de vleugelpunt. Het vrouwtje van het bruin zandoogje vertoont op de vleugel een roodbruine rand.
Biotoop
Erg divers : graslanden en bermen, bosranden, kalkrijke en zure bodems, vochtige en droge plaatsen.
Verspreiding
In onze streken: komt overal verspreid voor, met zelfs een sterke toename in Vlaanderen in de tweede helft van de jaren zeventig.
In Europa : het bruin zandoogje komt in gans Europa voor ten zuiden van Scandinavië.
Waardplanten
Verschillende soorten fijnbladige grassen.
Rups
Tot 30 mm. Rups groen met een donker groene ruglijn. De stigma's zijn klein en roze-achtig met daaronder een onduidelijke witte lijn. Aan de onderkant donkergroen en de punten aan het achterlijf zijn wit. De halfwas rups overwintert verscholen in een graspol. Bij zacht winterweer zijn de rupsen actief. In het voorjaar groeit de rups snel. Pop in mei-juli. Rups en pop worden niet vaak gevonden.
Overwintering
Als rups, eet in de winter door als de temperatuur niet te laag is.
Vliegtijd
Voornamelijk in éen generatie van juni tot september.
Wetenswaardigheden
Op warme zomerdagen zijn de bruine zandoogjes erg active vlinders, die met velen tegelijk op zoek gaan naar hun geliefde nectar.
Tips
Lysimachia clethroides, een wederiksoort, mag in de tuin zeker niet ontbreken om bruine zandoogjes te lokken.