Beschrijving
Klein Koolwitje Afmeting 40 tot 50 mm.
De grondkleur is zoals bij de meeste witjes uiteraard wit.
Het mannetje heeft één , het vrouwtje twee geïsoleerde zwarte vlekken op de voorvleugels.
De vleugeltekening van het Klein Koolwitje kan echter sterk verschillen naargelang het seizoen.
Biotoop
Erg divers, bosranden, ruige natuur, tuinen. Komt overal voor waar kruisbloemigen groeien.
Verspreiding
In onze streken : overal ruim verspreid.
In Europa : ruim verspreid over heel Europa.
Waardplanten
Kruisbloemigen, waaronder koolsoorten.
De soortnaam rapae is ontleend aan een van de voedselplanten van de rups van het klein koolwitje, het raapzaad, Brassica rapa.
Rups
Tot 30 mm. Lijf blauwachtig groen en bedekt met fijne, kleine zwarte spikkeltjes.
De ruglijn is lichtgeel en dun, de lijn over de stigma's is ook geel maar onvolledig.
De grotere rups vreet vooral uit het hart van de koolplant en kan zo flinke schade veroorzaken.
De groei van de rups vindt in de zomer plaats.
Verpopt veelal onder een natuurlijk of kunstmatig dakje of tegen stengels, stenen e.d.
De pop overwintert.
Vliegtijd
Van begin april tot eind september in drie generaties, soms vier in gunstige jaren.
Overwintering
Het klein koolwitje overwintert als pop.
Wetenswaardigheden
Het klein koolwitje is de meest algemeen voorkomende dagvlinder en door export van groenten op vele plaatsen in de wereld te vinden.
Het is vaak gemakkelijker de rupsen van elkaar te onderscheiden dan de verschillende witjes.
de rupsen van het klein koolwitje zijn groen, en dichtbegroeid met zeer korte, witte haren, en hebben een kenmerkende, gele rugstreep.
Nederlandse synoniemen
Klein witje, knollewitje en koolwitje.
Tips
Het koolwitje is in elke vlindertuin in ruime mate te bewonderen.
De verschillende witjessoorten worden erg aangetrokken door lavendel.
Een erg goede lavendenselectie voor uw tuin is Lavendula angustifolia 'Hidcote' met donkerblauwe bloemen en een grijs blad.
Deze lavendel heeft de langste bloeiperiode van alle soorten.