Beschrijving
Landkaartje afmeting 28 tot 40 mm. De voorjaars- en zomergeneratie van het landkaartje zijn totaal verschillend van elkaar, behalve aan de onderzijde van de vleugels, waaraan het zijn naam landkaartje dankt. Bij de eerste generatie is de grondkleur oranje met zwarte vlekken, bij de zomergeneratie is de grondkleur zwartbruin met een witte tot crémegele band.
Biotoop
Vochtige, grazige plaatsen aan bosranden, tuinen in bosrijke omgeving.
Verspreiding
In onze streken : komt overal verspreid voor. In Vlaanderen met uitzondering van de polders en in Nederland voornamelijk in het oosten en het zuiden. In Europa : het landkaartje komt voornamelijk voor in Midden-Europa, maar niet in Engeland en Ierland.
Waardplanten
Voornamelijk de grote brandnetel (Urtica dioca). De rupsen van het landkaartje leven in groepjes van tien tot dertig exemplaren.
Rups
Tot 20 mm. Lijf zwart met fijne witte spikkels. Onderbroken geelbruine lijnen op rug en flanken. Doorns zwart of oranjegeel. Buikpoten geelachtig bruin. Kop zwart met twee gedoornde uitsteeksels. De rupsen leven in kleine groepen bij elkaar. Volwassen rupsen zijn solitair. Pop overwintert hangend aan stengels in de kruidlaag..
Overwintering
Het landkaartje overwintert als als pop.
Vliegtijd
Een voorjaarsgeneratie van half april tot begin juni en een zomergeneratie van begin juli tot begin september.
Wetenswaardigheden
De traag voortbewegende, zwarte rupsen laten zich bij verstoring op de grond vallen.
Nederlandse synoniemen
Er zijn geen synoniemen voor het landkaartje.
Tips
Het landkaartje houdt niet van zeer hoge temperaturen, maar vertoeft graag op vochtige, koelere plaatsen waar het bloemen bezoekt als koninginnenkruid, verschillende braamsoorten, valeriaan en guldenroede. Landkaartjes zitten 's ochtends vaak in een grote groep op de in juli bloeiende pluimhortensia's (Hydrangea paniculata).